dronevluchten in CTR's Beek, Eelde, Lelystad, Rotterdam en Schiphol
In Nederland wordt het vliegen met een drone gezien als een VFR-vlucht. Aan VFR-vluchten zijn bepaalde wettelijke eisen gesteld. Als je met je drone in een CTR vliegt, heb je daarom een een klaring nodig van de torenverkeersleider. Ook moet je een vliegplan indienen en geldt de verplichting van tweezijdig radiocontact (RTF).
Vliegplan via GoDrone
Door een missie te plannen in GoDrone voldoe je aan de verplichting om een vliegplan in te dienen. Bovendien kun je bij de opmerkingen in GoDrone je beoogde callsign doorgeven. Je callsign is een samenvoeging van:
- Unmanned, plus
- een logisch acroniem van de bedrijfsnaam
Stel dat Dutch Drone Organisation een callsign kiest, dan wordt het Unmanned DDO.
Regels in de CTR's
Voor dronevluchten in CTR van Beek, Eelde, Lelystad, Rotterdam en Schiphol gelden de volgende regels:
- Tenminste 24 uur voor aanvang van de vlucht vraag je (voorlopige) toestemming bij de Operationele Helpdesk. Je dient hiervoor een missieplan in via GoDrone.
- Je dient voor elke reeks aaneengesloten vluchten binnen één vlieggebied een vliegplan (missieplan) in via GoDrone. Bij meerdere vlieggebieden: per vlieggebied één vliegplan.
- Zodra de drone tussen twee vluchten landt voor een periode van meer dan 60 minuten (binnen één vlieggebied), worden de twee opeenvolgende vluchten beschouwd als twee onafhankelijke vluchten. In dat geval moet je voor beide vluchten een vliegplan (missieplan) indienen en een klaring vragen.
Voorlopige toestemming en klaring
De Operationele Helpdesk stemt je missieplan af met de verkeerstoren en geeft een voorlopige toestemming door, afhankelijk van de situatie. De echte toestemming om te mogen vliegen, de klaring, krijg je van de torenverkeersleider.
Om de werklast van torenverkeersleiders te bewaken, kan LVNL een maximum instellen voor het aantal dronevluchten dat gelijktijdig in een CTR plaatsvindt. Wanneer dit maximum is bereikt, krijg je geen voorlopige toestemming van de Operationele Helpdesk. Ook kan de torenverkeersleider om veiligheidsredenen besluiten om geen klaring te verlenen, of een eerdere klaring (tijdelijk) in te trekken.
Vluchtuitvoering
- Je voert de vlucht uit onder zichtvliegvoorschriften (VFR).
- Special VFR is binnen UDP toegestaan, maar daar heb je wel een klaring voor nodig.
- De vlucht blijft binnen het door het vlieggebied dat door de Operationele Helpdesk is toegestaan. Stel hiervoor een geocachee in die overeenkomt met het toegestane vlieggebied. Test de geocache voorafgaand aan de vlucht op de grond. Je mag alleen een vluchtklaring aanvragen bij de torenverkeersleiding als de geocache goed werkt.
- Tweezijdig radiocontact is verplicht. We raden jaar daarbij een antenne van 10 m aan, voor de kwaliteit van het signaal vanaf lage hoogte.
- Als je tijdens de vlucht merkt dat tweezijdig radiocontact niet langer mogelijk is, dan beëindig je direct de vlucht en bel je de Operationele Helpdesk (of Amsterdam Flight Service Centre buiten openingstijden van de Operationele Helpdesk) om de vlucht af te melden.