Voorval tijdens taxiën Schiphol

Gepubliceerd op

Melding

Op zondag 3 februari 2019 heeft op het luchthaventerrein van Amsterdam Airport Schiphol een voorval plaatsgevonden, waarbij twee taxiënde vliegtuigen dichter bij elkaar kwamen dan de bedoeling was. Er heeft geen botsing plaatsgevonden. LVNL doet zelf onderzoek naar dit voorval en heeft dit voorval gemeld bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Begeleiden van grondverkeer

Op het luchthaventerrein zijn twee partijen verantwoordelijk voor het begeleiden van het grondverkeer. Voor het verkeer op Schiphol betekent dit dat LVNL het verkeer op het luchtvaartterrein begeleidt, zoals bijvoorbeeld binnenkomende en vertrekkende vliegtuigen die naar de startbaan of gate taxiën. De luchthaven is daarentegen verantwoordelijk voor het begeleiden van voertuigen en het sleepverkeer. Daarnaast heeft de piloot vanzelfsprekend de verantwoordelijkheid om opdrachten correct uit te voeren.

Situatiebeschrijving

In de avond van 3 februari landt een Airbus 320 Neo (vliegtuig 1) op de Zwanenburgbaan. Het is donker, het zicht is goed en er valt geen neerslag. Na de landing roept de piloot op bij de grondverkeersleiding voor een taxiroute naar de gate. Op Schiphol gelden vaste taxiroutes. Hij krijgt toestemming om via rijbaan B en Q naar de C-pier te rijden. Deze route betekent dat het vliegtuig rijbaan A kruist ter hoogte van intersectie A26.           

Tegelijkertijd is een andere Airbus 320 (vliegtuig 2) aan het taxiën van de Polderbaan via rijbaan Z en rijbaan A naar de H-pier. De grondverkeersleiding voorziet dat beide toestellen tegelijkertijd bij positie A26 zullen aankomen. De piloot van vliegtuig 1 krijgt de instructie om kort voordat hij bij rijbaan Q is voorrang te verlenen aan vliegtuig 2 dat daar van rechts komt. De piloot bevestigt deze instructie. Daarna informeert de grondverkeersleiding de piloot van vliegtuig 2 dat hij aan het eind van rijbaan Z voorrang krijgt van het toestel dat van links komt.

De piloot van vliegtuig 1 ziet het van rechts aankomende vliegtuig (vliegtuig 2) over het hoofd en vermindert geen vaart bij A26. De piloot van vliegtuig 2 is verrast, aangezien hij te horen had gekregen dat vliegtuig 1 hem voorrang zou verlenen. Vliegtuig 2 maakt een abrupte stop om te voorkomen dat beide toestellen elkaar raken. Het komt niet tot een botsing en na het voorval vervolgen beide toestellen hun route naar de gate.

Resultaten onderzoek

Het voorval was het gevolg van het niet verlenen van voorrang door vliegtuig 1 terwijl dit wel was opgedragen door de grond verkeersleider. Omdat het hier gaat om een verkeerd uitgevoerde instructie zijn verder geen maatregelen voort gekomen uit het veiligheidsonderzoek voor Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL).