Voorval tijdens doorstart Schiphol

Gepubliceerd op

Melding

Op maandag 25 maart heeft een voorval plaatsgevonden op Amsterdam Airport Schiphol. Het betrof een voorval tussen een vliegtuig dat na een doorstart vanaf de Buitenveldertbaan (27) koersinstructies kreeg voor een tweede nadering, en een vliegtuig dat in nadering was voor dezelfde baan. LVNL doet zelf onderzoek naar dit voorval en heeft dit voorval gemeld bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Voorvallenonderzoek

De primaire taak van LVNL op het gebied van veiligheid is het onderling separeren van vliegtuigen (inclusief vliegtuigen met voertuigen op de grond). De verkeersleiding meldt voorvallen die in de praktijk optreden binnen LVNL met als doel om hier lering uit te kunnen trekken en het risico van een dergelijk voorval in de toekomst te verkleinen. Binnen LVNL worden alle gemelde voorvallen onderzocht om de veiligheid continu te kunnen verbeteren.

Situatiebeschrijving

Boeing maakt doorstart

Een vliegtuig van het type Boeing 777 nadert vanuit oostelijke richting voor een landing op de Buitenveldertbaan (baan 27). Er staat een krachtige noordwesten wind. In de cockpit wordt gewaarschuwd voor een ‘windshear’ (sterke neerwaartse luchtstroom die het vliegtuig naar beneden kan drukken). Daarop besluiten de piloten om ruim voor de landing een doorstart te maken en melden dit aan de torenverkeersleider. De torenverkeersleider antwoordt dit begrepen te hebben en geeft de opdracht om naar 3.000 voet hoogte te klimmen (circa 1000 meter). Op een hoogte van 3.000 voet maakt de Boeing bocht naar rechts om opnieuw voor de landingsbaan op te lijnen. De communicatie met het vliegtuig wordt door de torenverkeersleiding overgezet naar de radarverkeersleiding.

Embraer nadert Buitenveldertbaan

Na de doorstart van de Boeing is een toestel van het type Embraer E75L de eerstvolgende om te landen op de Buitenveldertbaan. Het toestel vliegt een rechte nadering voor de landingsbaan en daalt naar 2.000 voet (circa 600 meter). De radarverkeersleider is van plan om de Boeing achter de Embraer op te lijnen voor de landing op de Buitenveldertbaan. De Boeing vliegt met de harde wind in de rug in oostelijke richting en komt daardoor dichter bij de Embraer dan bedoeld. De verkeersleider instrueert de Boeing naar links te draaien, zodat de separatie met de Embraer weer wordt hersteld.

Minimale afstand

Net nadat de Boeing de bocht naar rechts maakt om een tweede nadering in te zetten en de Embraer recht voor de baan vliegt, is er minder afstand tussen de vliegtuigen dan de criteria voorschrijven. De Boeing vliegt op 2.800 voet (circa 850 meter) in oostelijke richting, de Embraer vliegt op 3.100 voet (circa 950 meter). De minimale afstand tussen de beide vliegtuigen is tijdens dit voorval 1,9 nautische mijl horizontaal (ongeveer 3 kilometer) en 300 voet verticaal (ongeveer 100 meter). Radarverkeersleiders hanteren in het naderingsgebied van Schiphol separatiecriteria van 3 nautische mijl - circa 5,5 kilometer - horizontaal, of 1.000 voet - circa 300 meter - verticaal.

Conclusies en opvolging naar aanleiding van het onderzoek

De Boeing dreef af van de voorgenomen koers door de harde wind, waardoor het verlies van separatie optrad. De interventie van de verkeersleider was effectief, de onderlinge afstand werd hersteld.

Classificatie: significant incident.